|


| Stale Mutton |
| In een bedrijvig havenstadje in de provincie Holland begint het verhaal van Stale Mutton. |
| Toen, nog jong en bekend onder een andere naam, vervloekte ze haar leven al. Als ze niet hard genoeg werkte werd ze |
| geslagen, als het eten niet smaakte werd ze geslagen, als er een schilderij scheef hing werd ze geslagen, als ze scheef |
| keek werd ze geslagen en als de waard een slechte bui had werd ze eveneens geslagen. |
| Het was eigenlijk zoals bij alle andere wezen en arbeiders, maar zij had er geen zin meer in, net zoals alle anderen, die |
| droomden en fantaseerden. |
| Op een vroege lentedag slenterde ze naar de markt aan de haven, de waard had haar opgedragen om vis te halen. |
| “Elke penning te veel kost je een pak slaag” had de waard haar nageschreeuwd toen ze de deur uitstapte. |
| Genietend van haar korte uitstapje in de haven zocht ze naar vis dat naast de boten was gevallen. Het water was koud |
| en het stonk, maar veel interesseerde het haar niet, hoe minder ze uitgaf, hoe meer ze zelf kon behouden. Met haar plunje, |
| nog niet half gevuld met de paar restjes dode vis die ze nog had kunnen vinden, ging ze druipend de markt op. |
| Mensen keken haar met opgetrokken neus na, maar dat interesseerde haar ook niet. Ze liep over de hele markt en liep toen |
| terug naar de herberg, haar plunje had zich op mysterieuze wijze gevuld. |
| Terug gekomen bij de herberg, bereide ze direct de maaltijd voor de waard. Maar het was weer eens niet goed genoeg. |
| Ze stonk naar een verrotte kraken, de keuken was niet schoon, het eten was te laat, het eten was koud, het eten smaakte niet |
| en zo tierde de waard door en door. |
| Met zijn hoofd, rood van inspanning, pakte hij een pook die naast de haard stond en roste met volle kracht .. mis. En mis .. en mis |
| Maar ze was snel en dat maakte de waard alleen nog maar bozer en bozer, “opdonderen! jij vuil onderkruipsel,” schreeuwde hij. |
| Zij, wederom ook woedend, pleurde de pan visbrij op de grond, gapte snel een stuk brood mee en vluchtte naar haar |
| nachtverblijf. Ook daar hoorde ze de waard nog schreeuwen en tieren, maar het interesseerde haar niet meer. |
| Ongevoelig voor de emotionele woede- uitbarstingen van de waard, pakte ze haar plunje. Ze bezat maar een paar |
|
zielige voorwerpen en verliet daarmee de herberg, zonder ook maar een keer om te kijken. Maanden had ze er over
|
| gedroomd en het niet gedurfd, maar nu was er niets meer wat haar tegenhield, ze had de herberg verlaten en wenste |
| niet meer terug te gaan. |
| Die nacht liet ze zich in het water zakken en zwom naar een onbekend schip in de haven. Ze enterde en zocht een |
| donker, rustig hoekje om de nacht te door te brengen. |
| Deze nacht werd Stale Mutton geboren, chef kok aan boord van een piratenschip. |
|
Copyrights pictures and story: Dutch Pirates
|